woensdag 16 mei 2012

Update 3 (maand 2 en deel 3)

VAN PA en MA: Jolle vindt het heel leuk om of en toe mams en paps ook aan het woord te laten, zo laat ze geregeld weten. Vandaar.... Het is even stil geweest bij pa en ma. Dat is zonder reden. Of het moet zijn dat de reis en alle indrukken die erbij horen zo overweldigend zijn geweest dat er geen tijd is geweest om in te dikken tot een paar regels. Toch doet pa een poging.

Het liefst heeft Rinke alles in chronologishe volgorde. Volledigheid is een ander criterium dat zich met regelmaat aan mij opdringt. Maar als ons 1 ding bij blijft van deze rondtocht langs steden, dorpen en vlaktes dan is het dat er te veel is om op te noemen. Laat staan dat daar chronologie in aan te brengen is. Daarom in willekeurige volgorde een aantal bevindingen van de reis. Voor de volledigheid staa onderaan deze blog een chronologisch overzicht van de plaatsen en highlights.

Prosessie rups (Lago trassimeno)
Door een stom toeval heeft Jolle een prosessierups geprobeerd op te eten. Bart zag het diertje spartelen tussen de vingertjes van Jolle vlak voordat dit in haar mond verdween. Bart kon nog net Bah roepen, een commando dat Jolle gelukkig toen nog begreep. Ze liet het rupsje los. Jolle zat binnen no time onder de rode vlekken. Asl souvenir heeft Bart 21 dagen lang met rode, jeukende vlekken in zijn nek en op zijn armen gezeten (precies op die plekken waar jolle veel zit).

Via's Appia
Wegen hebben ze hier ook. Als ik onze fietsgidsgoeroe Enrico mag geloven liggen hier al wegen sinds de Etrusken en Romeinen. Al denk ik niet dat juist zij bedacht hadden dat op hun wegen iedereen met mobiel in de hand a 100 Kilometer per uur over deze karrensporen zouden racen. Want dat zijn het bij tijd en wijlen; veredelde karrensporen waar zelfs op de autostrada net twee Cinquecentootjes naast elkaar passen. Als je dan je 500-raampje opendraait kan je jouw medeweggebruiker nog net iets over zijn moeder naar het hoofd slingeren.

De wegen kunnen hier de vergelijking met een karrenspoor wel aan. Of je moet er iets meer fantasie in leggen en dan herken je er ook wel de sinasappelkont van een Antilliaans vrouw in legging in. Zelfs een melkboer met Parkinson maakt meer kans om zijn melkvoorraad leeg te drinken zonder morsen dan een uitgedroogde fietser probeert zijn biddon soldaat te maken.

Oh en dan nog iets. Die goeroe heeft het er ook over dat Italianen zo verzot zijn op een automobieltjes dat ze stuk voor stuk goede 'piloten' zijn. Waar je ook fiets, ze houden rekening met je. zo lust ik er ook nog wel een paar. Als zwangere walrus waggelen wij over ons stukje van de weg terwijl een horde krijsende meeuwen ons de pas af snijd, heel vaardig en zonder brokken te maken, dat moet gezegd. "Ligt er nu een stukkie brood onder, op ,achter, schiet eens op dikzak, ga is aan de kant."

Grieken is niet meer (Griekenland)
We hebben ook twee weken in Griekenland mogen blijven, wachtend op termische wind (in Vassiliki en in de buurt van Athene). Om de windloze dagen door te komen hebben wij ook een kleine 1000 kilometer gereden door het land van de Olijf. Dat was niet van harte. De snelwegen van Griekenland hebben de belijning van een gemiddelde gymzaal in Nederland. Lijnen in het geel, onderbroken, cirkels, witte doorgetrokken lijnen, half vervaagde witte en gele streken, groen. Aan alle sporten is gedacht. Om het verkeer nog wat meer lijn te geven, hebben ze om de 2 kilometer een deel van de snelweg afgezet met knipperende lampen met rode en blauwe pijlen, soms wit als de overheid wil dat je ergens anders moet rijden. Mochten er geen lijnen op het asfalt staan, dan is er altijd wel een Griek die met grootlicht je wijst op zijn of jouw weghelft. Gelukkig is er ruimte voor 3,5 auto naast elkaar. Als traagste weggebruiker wordt van je verlangt dat je rechts in de berm rijdt, de kuilen eventueel omzeilend. Zo ontstaat er in het midden van de weg ruimte voor tegemoetkomend verkeer om in te halen, mocht je achterbuurman dat niet ook net willen.

Metropolis is toch Grieks?
In de steden is het wegbeeld niet heel veel rustiger. Alles verdient aandacht zo vinden de Grieken. Schreeuwerige reclameborden, groot, uitpuilend, overschreeuwen verkeersborden en stoplichten. Geen wonder dat niemand stopt voor rood. Straatnamen ontbreken veelal. De chaos die samengaat met elke wereldstad is groter dan elders. In Florence (fameus om de verkeerschaos) lijkt er een onzichtbare hand toch orde te hebben geschapen. Zie het als een schilderij van Karel Appel. Je kunt het vermoeiend vinden om naar te kijken, maar er zit lijn in, smaak achter. De aanblik van zijn chaos roept goesting op. Onbedoeld krijg ik trek in verse olijven en zoute ham die in je warme broodje smelt. De Griekse chaos heeft meer weg van de verf op een overal van onze huisschilder. Hij heeft de restverf van zijn kwasen achteloos aan zijn broek gesmeerd. Van deze chaos krijg je ook honger, maar je bent blij dat er plaatjes staan op de menukaart. Gelukkig is er een remedie. Met 3 glazen Ouzo vervaagt de kleurenkakafonie tot een gezellig verfpalet waarmee nog vanalles mogelijk is. Het mooie van dit systeem is wel dat je overal kunt parkeren alsof je jouw zwangere vrouw bij de eerste hulp af moet leveren.

Italië is Pedala, pedala
Italie: waar de fietsers er gesoigneerd bijzitten alsof ze naar hun zondagsbezoek aan hun schoonmoeder gaan. Met al die pracht en praal rijgen ze de bergen een kleurrijk kralensnoer. Ook heerlijk om eens uit de wind te zitten met de geur uit een flesje in je neus. Sorry Tijn, Fahrenheit ruikt lekkerder dan een wekenlang ongewassen rennerstricot, al laten de miniscule Italiaanse flanken meer wind ongemoeid.

CHRONOLOGIE
30 maart - 2 april Verblijf in Apeldoorn in verband met privé aangelegenheden van Bart.
2 april - 4 april Wij wachten tot camper gerepareerd is (we kijken voetbal AC milan - Barcelona op een terras in Ancona). Camper krijgt nieuwe koppeling, uitlaat en startmotor.
4 april - 11 april Verblijf in Villa Ti Amo. Oma wordt 70, we eten een traditionele maaltijd (5 gangen met anti pasti, primi, secundi en een dolci met grappa achteraf, allemaal zelf bereid)
12 april - Rijden langs oost kust richting Brindisi (Italie lijkt steeds armer) richting boot naar vasteland van Griekenland We komen aan op het moment dat boot net wordt volgeladen. We mogen er direct op maar komen in het donker aan in Griekenland. De surfspot is nog een kleine 300 kilometer. We parkeren de camper langs het strand (zo vermoeden wij).
14 april Vasiliki (Griekenland) - we komen aan op de surfspot. Die is nog niet open maar ze zijn druk met seizoensvoorbereidingen. We mogen camper stallen en we kunnen enkele dagen windsurfen (in middelhoge golven (wat een genot).
- 3 dagen wind. Spelen in de golven, te gek, Zo is surfen bedacht (op HAWAII).
- 1 dag storm en regen (en video marathon). Zonder storm geen wind.
- verder weinig wind dus rondje schiereiland. Mooie bergwegen, weinig bevolking heerlijk rustig.
21 april Van Levkada naar Athene (na 300 kilometer wilde Jolle niet verder en hebben we de camper in een jachthaven kunnen parkeren). Vlak naast een feesttent waar het begin van het seizoen gevierd werd, tot 05:00.
22 april Athene Bezoek Akroprolis (was dicht in verband met feestdag). We zijn doorgereden naar een lokale surfspot (hang out voor hippe Grieken). Helaas ook hier geen wind.

24 april Hernieuwde poging bezoek Akropolis en daarna in 1 ruk door naar Igoumenitsa voor boot naar Corfu.
25 - 27 april Corfu. Gefietst over eiland samen met Jolle. 's avonds genoten van het heerlijke Griekse vlees op onze eigen BBQ. Boot opgeruimd en was gedaan. In 1 dag over eiland gecrossed. Onder andere naar twee surfspots waar geen wind was. Daarna in 1 keer door naar boot naar Brindisi.
28 - april (Italië), Matera bezocht. Het oudse dorp in de wereld naar verluid. Mel Gibson heeft hier Passion of Christ opgenomen, dus dan zal het wel waar zijn.
30 - april een onmogelijke bergweg met krappere bochten dan mogelijk brengt ons naar de Westkust. Weer een havenstadje (we worden wat blasé en verwend zo vinden wij).
1 - mei. Pompei bezocht. Gelukkig hebben meer Italianen vrij en is de toegang voor deze ene dag gratis. Pompei kan nog wel een vulcaantje gebruiken deze dag.
3 - mei Vindicio, een surfspot uit onze bijbel. 2 dagen wind op deze Italiaanse local spot
7 mei Lago di Garda. We pakken groot uit. Fietsen, surfplanken, BBQ. Kan wel eens lang gaan duren. Hier staan onze geestverwanten. Windsurfers met kinderen en fietsen in campers. Het lijkt alsof wij zijn gekopieerd (en 20 jaar vooruit in de tijd, mmmm). Surfen is hier een sport voor kale zakken, kromme vrouwen.

donderdag 3 mei 2012

Lokatie: Ergens op een trapveldje in Italië Datum: Elke dag Opmerkelijk: Van onze NOS reporter

Als ik moet kiezen, dan kies ik Voetbal. Als ik bal merk ik niet dat ik honger heb. Als ze mij de bal afpakken dat word ik gek. Ik rel net zo lang tot ik de bal weer heb. Het liefst heb ik dan ook meerdere ballen in het veld. Liefst van verschillend formaat en kleur.

Ik durf wel te zeggen dat ik verliefd ben op hun vorm. Het gaat zelfs zover dat als ik overal voetballen in zie. Laatst zat ik in mijn stoelgegespt zag ik overal ballen langs de weg staan. Blauwe ballen met witte pijlen erop. Ik riep nog bal, bal, bal maar mam wilde doorrijden.

Ik denk dat ik een aanvaller ga worden, eentje die veel pingelt. Medespelers zie ik het liefst niet staan. Publiek wel. Ik speel graag voor een groot publiek. Laatst nog speelde ik op een groot plein met allemaal joelende Italianen. Ze riepen me toe. Ik heb denk ik ook al een naam voor op mijn schirt. Elbimba. Dat roepen ze alsmaar als ik tegen de bal aan schop.

Wat ik nog wel moeilijk vind, is inschatten waar de bal precies komt stil te liggen. Ik heb daar wel een oplossing voor. Die heet papa. Hij brengt de bal precies daar waar ik hem het beste kan raken. Hij is mijn ballenjongen.

Mijn liefde gaat nu al zover dat ik wakker word met het idee van de voetbal. Ik begrijp dat ik moet eten maar ik ga het liefste bij de deur staan tot deze open gaat om naar buiten te gaan. Zometeen gaan we weer rijden. Ben benieuwd waar en tegen wie ik morgen speel.

xJJ

Een vriendje voor het leven, heel even

Lokatie: Griekenland en Italie Datum: van toen tot nu Opmerkelijk: Ik spreek de lichaamstaal vloeiend

Ik vind praten niet nodig. Om vriendjes te krijgen in ieder geval niet. We zijn nu al heel lang op reis en ik heb heel veel vriendjes. Mijn eerste was Ernesto, denk ik. Ik ontmoette hem op het strand. Pap en mam vonden het tijd om even mijn benen te strekken. En dan zetten ze de wagen stil op een plek met heel veel ruimte om te kijken en spelen. Ik zag Ernesto meteen, links op het strand. Hij had een blauw truitje aan en een mutsje op. Zoeen van Kwik, Kwek of Kwak. In volle draf rende ik naar hem toe. Hij schrok een beetje van mijn snelheid en pakte zijn rooie schep om zich te verdedigen. Ik hield in, keek in zijn bruine ogen en ging naast zijn blauw met roze vrachtwagen zitten. Ik stamelde wat over een strandbal. Ernesto bleek gelukkig ook iemand van weinig woorden. Hij gaf me zijn groene schep en speelde door. Die schep zal ik altijd bewaren dacht ik nog toen ik wegliep. Ernesto riep iets onverstaanbaars, heel hoog. Ik liet de schep los en pap tilde mij op. Van mam moest ik het doen mij te herinnering. Ik had geen tijd voor afscheid.

En dan was er ook Spiro in Levkada. Dat ging mij alleen wel heel snel. Het regende buiten dus ik moest binnen spelen op de trap. Na de zesde keer omhoog en omlaag stond hij daar, onder aan de trap. Hij opende zijn armen om mij te zoenen. Hij rook naar babymelk met knoflook. Ik moest gelijk met hem mee, zo liet hij blijken. Ik trok mijn hand uit de zijne en rende terug naar de trap. Ik heb niet echt nee hoeven zeggen. Hij begreep het wel.

Dan heb ik vandaag Julian ontdekt in Pompei. Leuke jongen met net zo veel krullen als pap. Ik mag van hem met zijn Barbabapa spelen als hij aan mijn bal mag komen. Daar hou ik niet van, als jongens gelijk aan mijn bal komen. Zoenen vind ik prima. Mijn bal aanraken kan pas als ik hem echt leuk vind.

En dan heb ik ook nog heel veel dierenvrienden. Naast Jeroen en Kato op onze boot. Alle honden vind ik lief. Zij mij ook. Ik laat ze altijd eerst even aan mijn hand ruiken. Heb ik van pap. Als dat niet lukt, ruiken ze gewoon even aan mijn luier. Dat is vaak wel voldoende. Ik heb ook vriendjes gemaakt met de kat in Nassakia. Ze zat opgesloten in het electrahok en kon daarom moeilijk anders dan van mijn aaien en slaan genieten. Een vreindin voor het leven als het aan mij ligt. Ook waren er twee paarden in Vasiliki. Die heb ik iedere dag appel gevoerd. Kon ik gelijk dat woord leren. Als ik op de nek van pap kwam aanlopen, rende ze naar het hek. Pap deed dan een paard na. Hij spreekt zijn talen wel.

En dan zijn er altijd Bert en Ernie. Die zeggen ook nooit wat maar het is altijd duidelijk wat ze bedoelen. Ze geven geen kik als ik ze in een hoek smijt. Ze zijn er elke keer als ik in bad ga. Ze geven allebij geen kik als ze te lang op de bodem van mijn bad liggen te weken. En ze kijken altijd vrolijk. Ik hoop die vriendjes nooit kwijt te raken.

xJJ

donderdag 19 april 2012

Lokatie: Aeroporto Ancona
Datum: 2 april
Opmerkelijk: Een slak heeft haar huis ook op de rug


Ik dacht dat ik alles wel gezien had in de wereld. Toch blijven mijn ouders mij verbazen. Alsof het nog niet genoeg was dat mijn bed iedere dag op een ander plek staat. Het is duidelijk dat ze mij af en toe niet alles vertellen. Ik zat vorige week terug van een vliegtuigritje naar Nederland (inmiddels al weer 3 weken geleden red.) lekker in mijn pyama op de parkeerplaats van het vliegveld. Af en toe wijzend naar een bal of duif. Ik had wel door dat er iets niet helemaal klopte. Papa zat heel druk te praten met zijn telefoon. Ik wilde met heb voetballen maar ik moest met mama ballen. Zij zat slaperig op een rood met wit blok steen. Ook niet echt gezellig.

Waarschijnlijk had papa die man in dat mooie blauwe pak gevraagd of wij op zijn auto mochten. Ik ben dol op auto´s en ik denk dat dat het eerste woord wordt dat ik volgens mijn ouders ook echt heb gezegd. Wijzen en auwo is blijkbaar niet genoeg. Deze man leek een beetje op de opa van papa. Hij had ook heel veel zon op zijn hoofd. Dat glom net als mijn voetbal. De man lachte vriendelijk naar mij, maar dat zegt niets. Doen ze allemaal hier.

Misschien was ons huisje wel niet van ons. Was het geleend speelgoed, net als dat groene schepje dat ik op het strand kreeg van een heel lief jongetje. Het leek net alsof die man met zijn gele brandweerauto mijn huisje mee zou nemen. Gelukkig stapte papa en mama ook in de gele auto. Dat was wel even schrikken geweest. Al mijn speelgoed was bijna weg.

xJJ

(Redactionele noot: de uitlaat moest opnieuw worden gelast en de startmotor en de koppeling vervangen. Enige schade was begroot, ook dit bleef ruim binnen budget. De koppeling hebben we wijselijk verzwegen voor de opa´s en oma´s).

woensdag 18 april 2012

De Italiaanse manier van verplaatsen


Lokatie: Villa Ti´Amo
Datum: 10 april
Opmerkelijk: Lopen, fietsen, varen, het maakt mij niet uit




Eigenlijk weet ik niet zo goed wat ze allemaal bedoelen. Pake, Beppe, Oma, opa, ze roepen volgens mij maar wat. Voor mij zijn het allemaal extra speelkamaraadjes. De een wat sneller dan de ander. Zo gaat oma met mij graag op het springding (trampoline red.). Eigenlijk zit ik op het springding zonder mijn schoenen. En oma staat er naast en kraait van plezier. Ze praat veel hetzelfde als ik. Dat is wel prettig anders verstaat ze mij niet denk ik.



We zijn lang in een huis geweest bij een vriend van papa. Er waren zoveel speelkamaraadjes en opa's en oma's dat ik niet begreep waarom ik toch op de zelfde tijd als altijd naar bed moest. Ik dacht dat ik altijd naar bed ging omdat papa en mama moe waren van al het spelen.



Al die opa's en oma's vonden het heel koud in Italië. Daar merkte ik niets van. Er stond altijd wel iemand met een jas of een mutsje voor me klaar. We hebben ook weer heel veel gewandeld al moet ik zeggen dat ik heel veel gedragen en geduwd ben.



Ik heb ook een nieuwe manier om vervoerd te worden (zie de foto). Deze hadden ma en pa al bedacht.


- Lopen, kan ik al zolang als ik het mij kan herinneren.

- Zelf fietsen, kan ik volgens mij ook al, als ik maar bij mijn trappers van mijn 3 wieler kon komen om het te bewijzen.

- Zittend op de rug van pa, in de blauwe zak. Oh ja, op de arm van pap en mam. Eigenlijk op elk lichaamsdeel van pap en de meeste van mam.

- In mijn gele fietskar. Kraaiend en wel.

- In mijn campercosie. Vastgegespt of niet.

- Hopelijk straks een zeilboot en surfplank (en mijn eigen barbymobiel)



En nu. In mijn eigen Tuk-tuk al noemen Italianen en Edwin dat anders.



Kus van Jullie Jolle (xJJ)

Rust, reinheid en regelmaat.


Lokatie: Griekenland, baai tussen Igoumenitsia en schiereiland Vassiliki
Datum: 13 april
Opmerkelijk: Spock? Die is toch van Startrek?



Rust: Als papa en mama willen rijden, dan kruip ik in in mijn eigen stoel. Ze gespen mij dan vast. En het klinkt raar, maar zodra ze dan de motor starten, worden mijn ogen dik. De dingen om mijn heen lijken langzamer te bewegen. Ik wil zo graag bijhouden wat er allemaal om me heen gebeurt, maar ik krijg het gevoel alsof ik net uit bad kom en een handoek omgeslagen krijg. Zoiets alsof ik net een flesje warme melk gedronken heb. Ik kan er tegen vechten en dat doe ik soms ook, maar ik val altijd in een hele diepe slaap.



Reinheid: Peuters mogen niet bah zijn. Daarom moet ik heel vaak dingen op de grond laten vallen of uit mijn mond halen van pap en mam. Het leuke van op reis zijn is, dat hier heel veel andere dingen op de grond liggen dan thuis. Zo stop ik nu heel vaak een soort blauwe snoepjes in mijn mond. Die liggen hier op straat en onder heel veel bomen (in Griekenland liggen er nog meer dan in Italië red.). Ze smaken een beetje als die rozijnen van thuis. In sommige restaurants staan ze zelfs in een schaaltje op tafel. Ze zijn er ook in het groen. Dat is dan niet bah.



Regelmaat: Eten en drinken deed ik thuis meestal op dezelfde tijden. Daar was ik wel aan gewend. Nu ik met mam en pap en ons huis rond rij, doe ik dat niet altijd. Mij maakt dat niet uit. Ik vind alles lekker en op elk tijdstip van de dag. En slapen doe ik gewoon als ik daar de mogelijkheid voor krijg. Meestal in mijn bed, soms in een restaurant als ik moe wordt in mijn buggy, zoals gisteren. En als het mij teveel wordt, dan zeg ik dat gewoon. Soms 's nachts, maar dat deed ik thuis eigenlijk ook al.



xJJ

donderdag 29 maart 2012

Update 2: week 3 en 4


Florence - Guito - Vinci - Torre del Lago - Strand - Elba Marina del Campo Foce
VAN PA en MA:
Jolle vindt het heel leuk om of en toe mams en paps ook aan het woord te laten, zo laat ze geregeld weten. Vandaar....

Italië bruist, alleen niet nu wij er zijn. Net niet. Het lijkt alsof we de ochtend na een uitbundige bruiloft zijn aangekomen. De ergste rommel, etensresten, lege glazen en het feestgezelschap zijn net opgeruimd, maar de tafels en scenerie ademt nog zachtjes. En als je je ogen dicht doet, kan je de opgewonden stemmen en klinkende glazen nog horen. Veelal zijn wij dan ook de enige gasten in restaurants, musea, scheve torens. mmm.... Het kan ook zijn dat tourisme 'uit' is.




Maart is een onwaarschijnlijke maand om te reizen in Italië. Ongewillige campingpoorten, afgesloten telefoonnummers, boten op de kant, schappen leeg, gordijnen dicht. Alles lijkt die these te ondersteunen. Zelfs de suppoost bij het Napoleon huis op Elba is tijdelijk vervangen door een stand in. Al moet gezegd dat de vervangster leuker is. Helaas spreekt ze geen woord Engels spreekt, heeft geen tand meer in haar mond heeft. maar wellicht heeft ze de bewoners van het pand nog persoonlijk gekend.



Gelukkig hebben we ook goed nieuws. De temperatuur stijgt. Ondanks dat houden de Italianen al hun ledenmaten bedekt. Dat maakt het wel wat makkelijker in de communicatie. Omdat wij geen sokken in onze slippers dragen, is het voor iedereen duidelijk dat je ons het beste in het Engels en niet in het Duits aan kunt spreken.



We zijn inmiddels al een kleine maand op reis. Florence was meer dan genoeg stad voor ons twee. Wij missen het water, de Arno is schattig, maar niets meer dan een dun straaltje limonade uit de omgevallen beker van Jolle. Op zoek naar rust zijn we een rechte lijn richting kust gereden. Dat voerde ons recht omhoog naar een natuurcamping in de bossen.



Het is hier goed dat onze fiesten met een tripple zijn uitgevoerd (meer versnellingen). Berg op lijkt een soort toversspreuk geweest van de mannen die hier de wegen aanleggen. Je moet omhoog dan ga je omhoog. Zonder al te veel aandacht voor stijdingspercentages ligt hier de weg in een zo recht mogelijke strook tegen de heuvel aan geplakt. Zowel Rinke als ik zetten onze tanden in het asfalt, al neemt Rinke dat wel erg letterlijk. Een klim van 5 kilometer 9%. Met de benen nog vol zuur mogen wij aanschuiven bij de campingbaas thuis. Wij hebben voor een kleine 100 euri boodschappen gedaan, maar een local die je uitnodigt voor zijn spaghetti. Die kan je niet laten staan.



Nietsvermoedend stappen Rinke en ik een verdonkerde woonkamer binnen. Zijn zus of dochter (alle vrouwen blijven hier uiterlijk zo hangen rond de 40) en haar man zitten aan, lichtelijk teleurgesteld dat 'Djolly' al om 20:00 in bed ligt. We wisselen wat beleefdheden uit, pa gooit nog een blok hout op het vuur, het is tenslotte pas 15 graden buiten en 'opa Camping' zet zijn in de wijde omtrek bekende Pasta pomodori op tafel. Beleefd als opa is, kijkt hij misprijzend naar de fles wijn die de Hollanders hebben meegebracht als kadootje. De fles wordt bevingerd, opengemaakt, beroken en verder niet meer aangeraakt. Het enige woord dat wij zo goed kennen en uitspreken alsof wij iemand vrijplijten van de doodstraf, komt niet uit zijn mond. Niks grazie.



Met name Rinke kijkt geschrokken op als blijkt dat opa zich houdt aan de italiaanse eetgewoonten zoals beschreven in de bijbel van backpackers. Pasta is ook in zijn keuken een voorgerecht. Het blijkt achteraf dan ook onverstandig om nogmaals op te hebben geschept. Na het hoofdgerecht, de zoetigheid, de likeur met koekjes en een kopje koffie valt er een lange stilte. Ik wrijf voor een derde keer over mijn buik en denk na over een passende afsluiting. Perfecto mompelt Rinke, bellisimo? Geen reactie, bellissima dan?



Tijdens onze avondwandeling hebben wij besloten dat het tijd is om te vertekken. Al is het alleen omdat wij door ons Italiaans idioom zijn. De Giro chi (wijzen met vinger naar de grond)? Ah, quatro anno dopio. Lui e tifosi de Fiorentina? Ah Milan? AC ou Inter? A si Amsterdam. Droge. No fumo si. Gullit, Rijkaard e Van Basten sonno fantastico. A te gusto Cruijf, si (duim omhoog en zigzag beweging maken).



Gelukkig zijn Rinke en ik zo goed ingeslingerd dat we de boot binnen no time vaarklaar hebben gemaakt. Stekkers eruit, stoelen in de bakskist achterop. Fietsen naar binnen (staan inmiddels volledig gemonteerd binnen als we rijden). Jolle in haar eigen lifeboot gespen. Koelkast op gas zetten, trossen los en gaan. Raampje open, boekje op schoot en navigeren maar. Bart waar willen we heen? Waar de wind ons heen stuurt schatje. Jolle wijst de weg.



Ook het campingleven brengt nog geen rust. We stoppen onderweg even in Vinci. Naar het blijkt komt hier ene Leo vandaan. Italiaans is eigenlijk best gemakkelijk. Leo wordt Leonardo. Uit is da. Vinci is een dorp, net iets kleiner dan Epe. Leo uit Epe. Het klinkt op z´n Hollands weer zoals andijviestampot. Alsof je scheerzeep hebt klaargemaakt en zonder opsmuk op tafel kwakt. ´Hier vreten, heb jij je handen wel gewassen, viespeuk.´ Hier is dat Leonardo da Vinci, de visionair, uitvinder. Hij had al Ir. voor zijn naam voordat Delft ontdekt had dat je met klei mooie dingen kon bakken. Rinke heeft even kort geprobeerd aan Jolle uit te legen hoe de elementaire mechanica van Leo werkte, maar het Leonardo museum bleek niet aan Jolle besteed. Zij was alweer met haar gedachte bij haar pap, die op een van Leo´s uitvindingen de omliggende bergen pijn aan het doen was.



En als je er hier de Lonely planet op naslaat is het overal feest. Dus ook in Torre del Lago. De stad waar Pucinni zijn muze vond. Dat zal dan wel niet op deze camperplek geweest zijn. Mocht het hier ooit feest zijn, dan één met grote uit de hand lopende brandstapels en straatmuzikanten die een leuk deuntje zetten onder het messenwerpen van de te vol gevrete trailortrash. Ik heb me dat nooit gerealiseerd, maar het woord camper betekende in mijn jeugd dat je een aso was met een vlinder mes en brommer met uitgevijlde cilinderkoppen en een vlindermes.



We kiezen voor uitpakoptie 2, gespen onze frummel in de Pausmobiel en taaien af naar Pisa. Op de vraag of dat te fietsen is kijkt de bazin va de camping afkeurend. No, No no No possibelo. Of iets in die geest. Maar wat weet zij veel, zij is allang blij dat ze vandaag nog niet is aangemerkt als heks. Pis A cake was het. 30 kilometer in de vrije natuur.



Zo langzaam aan begint het ons te dagen. Italianen hebben overal een klein feestje van gemaakt. Als je in Elburg op de camping door je gas heen bent, ga je naar de campingwinkel en je koopt een nieuw blauw flesje. Geen idee hoe zoiets heet, gewoon campinggas. Gas voor op de camping dus. In het land van Mooie Mario is dit een klein fuifje waard. Uiteraard ontbreek campinggas in het Italiaans woordenboek. Na veel wijzen en vakken openen blijkt onze campinggasfles een waar puntgedicht op te leveren. AH, una bombola de la gas. Alsof je doelt op de geuzennaam van een van 's-werelds snelste dalers op de fiets. Kijk daar schiet hij voorbij, snel kijken want voor je het weet is Bombola er al weer vandoor. GAZZZ.



In onze eerder berichtgeving heb ik mijn zorg uitgesproken over het meezeulen van te veel rommel. 'Nodeloos' zingt het al dagen door mijn hoofd. 'Nutteloos'. Zonder naar Windfinder.com te kijken hebben we ons dus toch maar naar de kust laten verleiden. Die dames op het dak moeten en zullen zwemmen. De Mediterrane bleek inderdaad 'Zo Blauw.' Toon Hermans zingt het, dus hij heeft volkomen gelijk. Ik zit al dagen naar dat blauw te staren met mijn 'hele hola'. Maar waaien ho maar.